De Heer is je wachter,
de HEER is de schaduw
aan je rechterhand:
overdag kan de zon je niet steken,
bij nacht de maan je niet schaden.
Psalm 121:5,6
Vandaag begin ik met een Bijbeltekst.
Niet uit de BGT deze keer, maar uit de NBV.
Op zich is de Bijbel in Gewone Taal wel duidelijk:
Er overkomt je geen kwaad,
niet overdag en niet in de nacht.
Maar -zoals wel eens vaker- je mist dan wel wat…
Hier: dat het om een concreet ‘kwaad’ gaat.
Namelijk: gevaarlijk zonlicht en maanlicht…
Misschien een beetje raar voor Nederlanders.
Wij kunnen ja niet genoeg van de zon krijgen!
Was het maar het hele jaar zomer…
Een beetje Israëliet (of Antilliaan) denkt daar iets anders over.
Zeker, zon(licht) prima, als er maar ook schaduw is!
Want teveel zon is gevaarlijk – voor je hoofd en voor je huid…
Anders gezegd: de zonnegod aanbidden, kan lelijk uitpakken!
En de maan?
Da’s de godin van de nacht en die kan rare streken uithalen met je hoofd en je ogen…
In de nacht zien dingen er altijd anders uit dan in dat ze zijn!
(Oké, beetje bijgeloof natuurlijk – maar wel met een flinke scheut waarheid ??)
Als we (ik toch) hardop aan het nadenken zijn over ‘licht en donker’, zit hier nog wel een les in, lijkt me.
Deze: niet alle licht is goed licht.
De zon en de maan (grote goden in zo’n beetje alle culturen) – hun licht kan gevaarlijk en verraderlijk zijn.
Dan beter in de ‘schaduw’ van God: veilig.
Beetje veel beeldspraak, besef ik.
Misschien helpt ’t als ik zeg dat achter die beeldspraak een tik zit van mensen van alle tijden: dat we (op zich goede!) dingen goddelijke macht geven.
Macht, liefde en seks, gezondheid, geluk, natuur, welvaart, (ont)spanning: voordat je ’t weet schrijf je ’t met een hoofdletter en zijn ’t je goden geworden…
Goden die een vals licht laten schijnen: dat je verblindt, verbrandt of gek maakt…
Dan beter in de ‘schaduw’ van God: veilig.
* * *
Mag ik nog één dingetje kwijt?
Je bent dominee of niet, tenslotte 😉
Hoezo (alleen) aan je rechterhand?
Dat beeld snap je als je denkt aan een gewapende man (die met deze hele club meereist door de bergen naar en van Jeruzalem).
Met z’n linkerarm (statistisch gesproken ?) draagt-ie z’n schild.
Rechts houdt-ie vrij voor z’n zwaard.
Maar… daardoor ben je wel kwetsbaar bij een snelle aanval van de rechterkant.
Nou, daar is God dus: die beschermt je zwakke kant(en).
Ik vind dat eigenlijk een gave gedachte.
Best wel…
Kortom: je kunt een hoop doen om jezelf te beschermen en wapenen tegen kwaad en vals licht.
Sterker: je bent een dwaas als je dat niet doet!
Maar zonder God redt je ’t nooit.
Zijn licht, zijn schaduw, zijn bescherming: zoek dat, en je vindt ‘t!