Vooropgesteld: ik praat als leek over sterren.
Als je een beetje weet van de afstanden in de sterrenwereld, lichtjaren en zo, en hoe groot sterren zijn, dan gaat het je duizelen!
Het zijn voor mij twinkellichtjes aan de hemel.
Stom eigenlijk dat ik er niet vaker naar kijk.
Ik weet niet hoe vaak Paulus naar de sterren keek.
En erover mijmerde…
In ieder geval heeft hij ons met sterren vergeleken.
Christenen hebben in de samenleving dezelfde rol als sterren aan de nachtelijke hemel: ze laten zien dat er meer is dan duisternis!
En als lichten (lichtjes) zijn ze aantrekkelijk.
Dat is net een ander beeld dan de Heer Jezus gebruikte.
Toen Hij tegen zijn discipelen zei dat ze het licht (moesten) zijn, dacht Hij aan een olielampje dat op een standaard wordt gezet.
Nou is zo’n lichtje echt wel even wat anders dan onze lampen (LED, halogeen). Onze zwakste peertjes doen heel wat meer dan de lamp in Jezus’ tijd.
Maar goed, de lamp in zijn tijd maakte het in huis wel licht.
Met sterren is het anders.
Het moeten er heel veel tegelijk zijn en ze moeten ook wel extreem helder zijn, wil het echt helpen om het minder donker te maken.
Je moet van sterren niet te veel verwachten!
Wij gaan, als Gods Geest ons bezielt, echt christelijk leven.
We gaan dan de liefde in praktijk brengen.
Maar verwacht nou niet dat daardoor de donkerte in de wereld verdwijnt.
Als er hier en daar lichtjes twinkelen, is dat al heel wat.
Tegelijk, op de sterren kun je je oriënteren.
Je kunt met behulp van sterren aan de hemel je weg vinden.
Vraag het maar eens aan zeelui.
Maar dan moeten de sterren wel zichtbaar zijn!
Als jij een goed lichtje bent, helpt dat wel een beetje.
Elk sterretje is er één!
Doe alles zonder te klagen, en zonder ruzie te maken.
Dan zullen jullie volmaakte kinderen van God zijn, zuiver en zonder fouten.
Dan vallen jullie op tussen alle slechte en oneerlijke mensen, als sterren die schitteren in de nacht.
Houd vast aan het goede nieuws, dan krijg je het eeuwige leven.
Dan zullen mijn werk en mijn moeite niet voor niets geweest zijn.
En dan kan ik trots op jullie zijn op de dag dat Christus terugkomt.
Filippenzen 2:14-16 (BGT)