“Ik vind het totaal onbelangrijk hoe jullie of andere mensen mij beoordelen.
Ik beoordeel mezelf ook niet.
Ik denk zelf dat ik goed bezig ben.
Staat het dan al vast dat ik een goed mens ben?
Nee, want het is de Heer die mij zal beoordelen.”
I Korintiërs 4:3,4
Afgelopen week hadden we een gezellige morgen met de dominees uit de regio.
Gezellig?
Ja, al kun je je er misschien niet meteen veel bij voorstellen ?
Uiteraard (!) moet er ook iets serieus’ gebeuren dan.
Op de agenda stond het boekje van een collega uit New York City: Tim Keller.
De cover zie je hierboven.
Net als de belangrijkste Bijbeltekst waarover ’t gaat.
Doe me ff een lol en lees die vijf regels nog eens!
* * *
En?
Als iemand zoiets zegt – wat voor iemand zie je dan voor je?
Een heel bescheiden persoon?
Dat kan: “Ik probeer het beste voor God en m’n medemens te doen – maar gelukkig hangt m’n toekomst daar niet van af…”
Of juist een arrogante kwal?
“Houd je commentaar maar voor je!
Ik heb een schoon geweten en wat jij van me vind, boeit me niet!”
Met een beetje fantasie kunnen beide types deze Bijbeltekst gebruiken.
Alleen -ik hoop van harte dat je ‘m al door hebt!- die tweede heeft toch echt niet begrepen wat Paulus wilde zeggen.
Er is namelijk geen mens ongevoelig voor wat anderen van je vinden.
En da’s maar goed ook!
Juist doordat we als Christenen (als ’t goed is) een divers gezelschap zijn, kunnen we veel van elkaar leren.
Het punt is het woord ‘beoordelen’.
Paulus gebruikt daar een woord dat thuis hoort in een bericht over een rechtszaak.
‘Ondervragen’.
‘Een vonnis vellen’.
Dat idee.
Want dat is wat Korintiërs deden: die hoorden en zagen Paulus en z’n collega’s bezig.
En gingen vervolgens -alsof ze de jury waren bij The Voice of Holland- de apostel en de dominees een cijfer geven.
En in het geval van een onvoldoende: weg ermee!
* * *
Vet irritant, eigenlijk.
Wat zij deden.
Wat wij ook maar al te gauw doen…
Paulus’ reactie?
“Mensen, ik doe m’n best.
En als jullie er wat van vinden, zeg ‘t gerust – deze brief is immers een reactie daarop!
Maar: jullie zijn niet geroepen om mij een cijfer ofzo te geven.
Dat doe ik niet eens bij mezelf!
Dat laat ik liever aan God over.
Want: dan weet ik zeker dat ’t goed komt!”
Zie je?
Dat is -op een goeie manier- bescheiden.
En … het is de manier om vrede te vinden.
Vrede met God, dan met jezelf en zo ook met mensen.
Probeer maar.
PS: voor de beelddenkers onder jullie: ik vond die boek-cover wel leuk bedacht eigenlijk. Zie je de symboliek?