Eén van de bekendste verhalen uit de Bijbel is de geschiedenis van Jona.
Geliefd ook bij kinderen.
Logisch: spannend verteld, aansprekende actie…
Eigenwijze hoofdpersoon, storm op zee, schipbreuk, opgegeten worden door soort van walvis, een wonderboom, en, natuurlijk, een happy end!
Niks mis mee, dus.
Behalve dan, dat je daardoor de clou van het hele verhaal zomaar vergeet…
Ff checken nu: wat is, volgens jou, het punt in Jona’s belevenissen?
…
Dat punt is te vinden in de vraag waarom Jona eigenlijk niet naar Ninevé wilde.
Opvallend genoeg wordt in dit Bijbelboekje die reden pas aan het einde verteld.
Da’s met opzet.
Een fraaie manier om de spanning erin te houden.
Als je kleuter bent en je hoort ’t verhaal, denk je daar niet zo bij na.
Jona is gewoon koppig – geen zin…
Zoals we dat allemaal wel eens hebben.
Ja.
En dan mis je de hele scherpe boodschap van Jona en de walvis en Jona en de boom.
Want dat ‘happy end’ -iedereen leeft nog lang en gelukkig- dat is nou net wat Jona helemaal niet wil!
Ninevé is voor hem het symbool voor alles wat slecht is.
Hoofdstad van het arrogante, oppermachtige Assyrië.
Met z’n onoverwinnelijke legers, z’n trotse staatsideologie, z’n grote goden – zum Kotzen!
Hij werd heel kwaad op de Heer.
Hij bad:
‘Heer, u wilde die stad helemaal niet verwoesten!
Dat dacht ik al toen ik nog thuis was.
Daarom wilde ik ook niet naar Ninevé gaan.
Want ik wist dat u een goede God bent.
U bent vol liefde en geduld.
U bent trouw, en u houdt er niet van om mensen te straffen.
Laat mij nu maar sterven, Heer.
Want als het zo moet gaan, ben ik liever dood dan levend.’
(Jona 4:1-3)
* * *
Lang voor de komst van Jezus als mens, had God ’t dus al duidelijk gemaakt:
“Alle mensen gaan Mij aan het hart.
Als ’t aan Mij ligt, kiezen ze voor het leven, en niet voor de dood.”
En nou even met een binnenbocht naar vandaag en jou en mij.
Eerlijk gezegd: ik kan Jona wel begrijpen.
De k***zakken van deze wereld, de graaiers, de terroristen, de misbruikers, de dikke ikkes, enzovoort – weg ermee!
Ja toch?
En aangezien het mij niet lukt ze (terug) te pakken – graag dat God dat doet!
Ja.
En voor alle duidelijkheid: er komt ook een moment dat God dat gaat doen…
Misschien wel ff nuttig om jezelf af te vragen, of je heel zeker weet dat je niet bij één van de genoemde categorieën hoort (God weet alles, enzo)…
Maar vooral is ’t goed eens stil te staan bij deze vraag: “Wie ben ik, dat ik mezelf wel Gods goedheid en liefde gun en anderen niet?”
Want wat de Assyriërs en Jona vergaten -dat Gods liefde en zegen niet te verdienen valt- laat dat jou en mij nooit uit de gedachten verdwijnen!
Niet sinds die dag dat op Golgotha na de duisternis het licht weer aanging.
Voor… de wereld.
Want Gods liefde voor de mensen was zo groot, dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft.
Iedereen die in hem gelooft, zal niet sterven, maar voor altijd leven.
God heeft zijn Zoon naar de wereld gestuurd om de mensen te redden.
Niet om hen te veroordelen.
(Johannes 3:16-17)
PS: mocht je eens willen weten wie die Assyriërs echt waren, neem dan (vóór 25-03-2018) ‘es een kijkje in ons fantastische Rijkmuseum van Oudheden in Leiden!