Zelfverloochening ©

Jezus​ zei tegen alle mensen:
‘Als je mijn volgeling wilt zijn, dan mag je niet meer aan jezelf denken.
Je moet juist bereid zijn om je leven op te geven, elke dag opnieuw.
En je moet met mij meegaan.
Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen.
Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent.
Dan zul je je leven juist voor altijd redden.’

Jezus​ zei verder:
‘Stel dat je de hele wereld in bezit krijgt.
Wat heb je daaraan als je je leven verliest?
Of als je jezelf daarmee kapotmaakt?

Als je mijn volgeling wilt zijn, moet je je niet schamen voor mij of voor mijn boodschap.
Want anders zal de ​Mensenzoon​ zich ook voor jou schamen als hij terugkomt.
Bedenk dat hij zal komen als koning, met de macht van de Vader en de ​heilige​ ​engelen.’

(Lukas 9:23-27)

Ik hoop dat jullie niet hebben afgehaakt bij de kop…
Want ik weet: dat rare woord komt al jaren niet meer in jullie woordenboek voor.
Dat het woord ooit in de Nederlandse taal is doorgedrongen, is evengoed -denk ik- de schuld van die les hierboven van Jezus.
Hij gebruikt daar een wonderlijke combinatie van woorden: ‘nee zeggen’ en ‘jezelf’.
Wonderlijk, ja.
‘Nee zeggen’ tegen of over een ander – daar hebben we woorden zat voor: ‘weigeren’, ‘ontkennen’, ‘negeren’, enzovoort.
Zoals Petrus ’t bijvoorbeeld drie keer doet: “Ik ken die man niet!”
Of, zoals wij kunnen doen tegen iemand die ons nodig heeft: “Geen zin in… Veel te druk…”

Maar nee zeggen tegen jezelf – da’s toch wel wat apart.
Dat Jezus belangrijker is dan mijn wil of verlangens…
Dat mijn naaste het nodig kan hebben dat ik mijn plannen laat lopen…
Oeff!

Begrijp me goed: ik wil niet zeggen dat je de rest van je leven als een knipmes moet buigen voor elke gril van een willekeurig medemens!
Nee.
Wel dat je zovaak het uitkomt, een bewuste keus uit liefde maakt: wat weegt er zwaarder?

Een beroemd voorbeeld dateert uit de eerste eeuwen van de Christenen.
In die tijd brak nog wel eens de pest uit.
Met als gevolg dat meer dan driekwart van de mensen in een dorp heftig ziek werd en soms meer dan 50% eraan doodging!

Hoewel ze nog niks van bacteriën en virussen wisten, hadden ze prima door dat het ontzettend besmettelijk was.
Wat deed de gemiddelde burger dus?
Zo gauw er iemand ziek werd – wegwezen!
Weg uit huis, straat, dorp…
En de zieken – die werden aan hun lot overgelaten: eigen leven eerst!

Hmmm…
Daar dachten veel Christenen anders over.
Die gingen die straten bij langs en die huizen in.
Om te kijken of ze iets konden doen voor de doodzieke mensen bij hen in buurt.
Een slok water, een vriendelijk woord, misschien zelfs een bordje eten voor degenen die toch beter leken te worden…

Levensgevaarlijk ja!

Ja.

Maar soms is dat de prijs.
De prijs die je wilt betalen om volgeling te zijn van Jezus.

Zeker: soms liet God iets merken van z’n grote kracht, en werden die mensen zelf niet ziek.
Maar vaak ook wel.

In alle gevallen gebeurde het met liefde – da’s zeker.
In alle gevallen werd onze Heer erom geprezen door ongelovigen – al verklaarden ze misschien tegelijkertijd zijn gelovigen voor gek.

* * *

‘Nee zeggen tegen jezelf’.
Rare uitdrukking.
Geen wonder dat dat woord praktisch uit onze taal is verdwenen.

Maar misschien dat jullie het idee willen onthouden?
Dat is namelijk zo gek nog niet.
Zegt Jezus in elk geval ?

Scherpe messen – minder ongelukken!

Zoals men ijzer scherpt met ijzer,
zo scherpt een mens zijn medemens.
(Spreuken 27:17)

“Waarom maken jullie ruzie?!”
“Huh, ruzie? We maken helemaal geen ruzie!”

Fragmentje uit mijn jeugd ?

Misschien herken je het wel: je hebt met je broer(s) of zus(sen) een levendige discussie. Uiteraard geef je je niet zomaar gewonnen, zo werkt dat met familie.
Je houdt van ze, maar daarom slik je nog niet alles wat ze zeggen voor zoete koek.
Je probeert je punt net zolang te maken, tot je moet opgeven.
Of: tot je gewonnen hebt, natuurlijk!
Zolang dat duurt, tenminste…

En midden in zo’n ‘woordenwisseling’ komt Pa of Ma erbij.
“Stop met ruzie maken!”
“Huh, wie dan?”

Zo ging ’t in elk geval bij ons thuis vaak.
Tot het randje – en, jawel, er ook wel eens over…
Maar zelfs dan bleef onveranderd dat je van elkaar hield.
(Of, zoals ds Janssen zou zeggen: … dat je elkaar ‘liefhad’ – ook goed!)

De Duitsers hebben daar een mooi spreekwoord voor: “Was sich liebt, das neckt sich.”
Vrij vertaald: als je van elkaar houdt, plaag je elkaar.

Tussen haakjes: ook wel goed om dat spreekwoord om te draaien.
“Als je van elkaar houdt, mag je elkaar plagen.”
Want plagen zonder liefde, dat wordt al heel snel pesten

Toen ik hier over aan het nadenken was, kreeg ik zomaar het idee dat dit (mee) de reden is waarom we elkaar als Christenen ‘broer en zus’ noemen.
De overeenkomst is er sowieso.
Als broers en zussen roep je niet de hele tijd dat je van elkaar houdt (hoewel ’t misschien wel een keer vaker mag…).
Als broers en zussen scherp je elkaar regelmatig op, want daar leer je van.
Als broers en zussen heb je -wat er ook gebeurt- één ding gemeenschappelijk: je ouders, het niet uit te wissen gegeven, dat je bij elkaar hoort.
Als broers en zussen kun je elkaar best wel eens in de haren vliegen – maar uiteindelijk wint de band: de liefde.

En als de broers en zussen dat even vergeten, dan komt Pa tussenbeide – of grote Broer:
“Hé, rustig aan!
Bekvechten mag, plagen ook – maar geen ruzie!
Want Ik wil dat jullie van elkaar houden.
En dat kun je.
Omdat Ik van jullie houd.”

“Ja, Pa!
Sorry, Broer!”

Ik houd van jullie, net zoals de Vader van mij houdt.
Doe wat ik van je vraag.
Want dan blijft mijn liefde je leiden.
Ook ik heb altijd gedaan wat de Vader van mij gevraagd heeft.
En zijn liefde heeft mij altijd geleid.

Ik vertel jullie al deze dingen, omdat ik wil dat jullie dezelfde vreugde voelen als ik.
Ik wil dat jullie vreugde volmaakt is.

Ik geef jullie deze regel: Houd van elkaar, net zoals ik van jullie houd.
(Johannes 15:9-12)

 

PS: mocht je intussen de titel nog niet snappen: ik heb van Els (die de Slagersvakschool heeft gedaan!) geleerd dat de meeste ongelukken gebeuren met botte messen, niet met scherpe.
Mooi doordenkertje, lijkt me 🙂

Heen en weer: van geloof naar liefde en weer terug…


Daarom moeten jullie je uiterste best doen om je geloof te laten groeien.

Je geloof zal groeien als je volmaakt wordt.
Je wordt volmaakt als je meer begrijpt van het geloof.
Je begrijpt meer van het geloof als je geduldig bent.
Je wordt geduldig als je volhoudt in moeilijkheden.
Je kunt volhouden in moeilijkheden als je God eert.
Je eert God als je van elkaar houdt als broers en zussen.
En je kunt pas van elkaar houden als je van alle mensen houdt.
II Petrus 1:6-7

Best een pittig stukje dit.
Je kunt er wel een boek over schrijven.
Maar da’s de bedoeling niet hier ?

Ik pik er twee woorden uit: geduld en volhouden.
Twee dingen die je absoluut nodig hebt om van geloof in God uit te komen bij liefde voor mensen.
En omgekeerd: om van dat liefhebben van je naasten weer terug te vallen op je vertrouwen in God…

Zoals ik ’t nu opschrijf is het een wisselwerking.
Met opzet.
Als ik niet regelmatig stilsta bij Gods goedheid en liefde, houdt m’n geduld met en liefde voor anderen gauw op!

Dat wil zeggen: als ’t ff tegenzit.
Met mijn humeur, of met het gedrag van m’n medemensen…
Dan kan ’t zomaar donker worden in m’n hoofd.
En ga ik ‘zwart kijken’ ?
Als ’t licht van binnen weg is, zie ik ’t buiten niet meer – zoiets…

Wat ik dan doe?
Terug naar God – zo snel als ik kan!
Een gebed gaat sneller dan het licht…
Mezelf dwingen (denk aan gister!) te bedenken dat Jezus net zo veel houdt van die medemens als van mij…
Desnoods even me weer die asshole uit Matteüs 18 voor de geest halen.
Je weet wel: die ene slaaf die begint te zeuren over een tientje, terwijl z’n baas hem net een ton heeft kwijtgescholden…

Dat dus.
Dat leert me ‘geduld’.
En ‘volhouden’.
Zoals Bauke leerde fietsen met die eeuwige tegenwind tussen Stad en hier.

* * *

Ik weet wel: geduld is zooo 1950.
In 2017 is ’t eerder: “Ga er nu voor! Je leeft maar één keer! YOLO enzo…”
Mwah – ik ben zo vrij dat dikke BS te vinden!
Op die manier leer je niet fietsen.
Of voetballen.
Of een echt vak ?

Nou dan!
Zo bekeken is dat lastige stukje van Petrus best wel praktisch.
Gods liefde hebben we allemaal knalhard nodig.
Al was ’t maar om oprecht van mensen te kunnen houden.
Als dat niet makkelijk gaat, moeten we terug naar God.
En als ‘t (soms onverwacht) wel een mooi moment of een onvergetelijke dag oplevert – dan wil je terug naar God: “Dank U!”

Heen en weer.
Heen en weer.
Volhouden.
Dat is de weg omhoog.
De weg van en naar Jezus.
En: naar een fantastische nieuwe wereld!

Het oog is de lamp van het lichaam.
Als je oog helder is, is je hele lichaam verlicht.
Maar als het troebel is, verkeert je lichaam in duisternis.
Let dus op of het licht dat in je is, niet verduisterd is.
Als je hele lichaam verlicht is, zonder dat ook maar een deel in duisternis verkeert, dan is het zo licht als wanneer een lamp je met zijn stralen verlicht.

Lukas 11:34-36

 

Wie zichzelf overwint…

“… zelfbeheersing…
Dat is eigenlijk een vreemde uitdrukking.
‘Jezelf beheersen’ wil eigenlijk zeggen: sterker zijn dan jezelf, maar dat betekent dan tegelijk dat je ook zwakker moet zijn dan jezelf, want het gaat om één en dezelfde persoon.”
(Plato, Politeia, 431c – © Gerard Koolschijn)

Plato (of beter gezegd: z’n eeuwige hoofdpersoon Socrates) leuk vinden is net zoiets als spruitjes of olijven lekker vinden…
Je moet er eerst honderd eten ?

M’n bedoeling vandaag is niet dat jullie allemaal Plato gaan lezen.
En dat van die spruitjes en olijven is een advies dat je gratis erbij krijgt, deze keer.

Het gaat me nu even om die paar zinnen hierboven.
Doe me ’n lol – en lees ze ff nog een keer, pls?

* * *

Eigenlijk heeft die ouwe Griek best een punt.
Hoe kan één mens nou sterker zijn dan zichzelf?
Da’s net zoiets als die onnozele baron Von Münchhausen die zichzelf aan z’n haar probeerde uit het moeras te trekken ?

Dat ken ja nait!
Dat heeft meneer Newton ook keurig op formule gebracht in z’n derde wet.
Simpel gezegd: actie=reactie.
En, dus, zakt de baron in het moeras.

En toch…
Toch weet bijna iedereen waarover ’t hier gaat.
Een beetje puber helemaal…
“Ik wil iets – ik wil iets heel graag – en ik wil ’t nu!”
Denk je.
Voel je.

Maaar… (denkt iemand -wie?!- diep van binnen), is dat wel verstandig?
Is dat wel goed voor je?
Is dat wel goed voor hem/haar?
Misschien beter morgen?
Of nooit?”

Als je zo tussen de 12 en 25 bent, is die tweede stem vaak niet zo sterk.
Da’s nog functioneel ook: we leren nou eenmaal ’t beste van vallen en opstaan.
Trial and error, zo je wilt.
Soms wint de actie, soms de re-actie.
En van de uitkomst worden we -hopelijk!- wijzer…

Da’s één kant ervan.

De andere: ‘zelfbeheersing’ wordt door de Bijbel genoemd als ‘vrucht’ (= resultaat, voordeel) van de Geest (Galaten 5:22-23).

Kijk, en dan wordt het verhaal net iets anders!
Want als de Geest van God in ons meedoet is het twee tegen één.
Beetje kort door de bocht gezegd: twee voor het licht en één voor het donker.
Nog steeds kan dat best een gevecht zijn.
Nog steeds kun je ook verliezen.

Maar één ding maakt Gods Geest wezenlijk anders: het gevecht om sterker te zijn dan jezelf is geen hopeloos gevecht meer!
En verzuipen in het moeras is niet meer het onvermijdelijke einde.

En dat God je zijn Geest ook echt geeft – dat kun je relatief makkelijk zien.

“Maar nu zeggen jullie: ‘Jezus​ is onze ​Heer!’
Dat kun je alleen zeggen als God je de ​heilige​ Geest​ gegeven heeft.”
(I Korintiërs 12:3)

Het is dus echt waar: “You’ll never walk alone…”
Goddank!

Of je worst lust…

Ik ben er nogal trots op dat ik zo’n beetje alles wat eetbaar is, lekker vind.
Mensen die kokhalsneigingen krijgen bij spruitjes, bietjes, mosselen of tuinbonen – ik vind ’t watjes allemaal!

Dat ik die eigenschap goed van mezelf vind, is eigenlijk ‘een beetje dom’…
Want ik lust al die dingen vooral omdat iemand ze ooit lekker voor me heeft klaargemaakt.
Of omdat ik ze van jongsaf al moest eten.

En, trouwens, om nou te zeggen dat ik alles lust…
Rauwe oesters, brrr…
Franse ingewandworstjes (‘andouilles’) – gewoon vies!
En zo zijn er nogal wel een paar dingen.
Opvallend genoeg allemaal buitenlands

Oftewel: niks om trots op te zijn, eigenlijk.
Ook voor mij geldt: onbekend maakt onbemind.

Wat ik wel doe – dat is onbekende dingen proberen.
In een restaurant ofzo.
Of uit een kookboek.
Want -denk ik dan- het zou niet op het menu staan, als er geen mensen bestonden die ’t serieus lekker vinden!
Ja toch?

Natuurlijk, soms valt iets tegen.
Die gore worst heb ik nou drie keer geprobeerd op aandringen van Franse liefhebbers – nou, daar ben ik dus niet voor gemaakt!
Maar zij -mensen met verstand van eten- zijn er gek op…
Tja…

* * *

Nu ff serieus.
Want over eten en regels daaromtrent moeten we ons niet (meer) druk maken, zegt God in de Bijbel.
De rottigheid is dat we vaak ook zo met mensen omgaan.
Je beoordeelt iemand naar de eerste indruk – en komt daar nooit meer op terug.
Foute kleren? – Niet m’n bloedgroep!
Familie van …? – Laat maar zitten!
Domme opmerking? – Met jou praat ik niet meer!
Verkeerde buurt? – Daar kom ik niet!

Het logische gevolg?
Eén: heel veel leuke mensen leer je zo niet kennen.
Twee: je gaat alleen maar om met ‘jouw soort mensen’.
Vertrouwd, maar ook eenzijdig en beperkt.
Omdat je nooit wordt tegengesproken…
Omdat je de gaven in je leven mist die anderen je kunnen (en willen!) geven…
Omdat je jouw talenten niet kunt gebruiken voor hen die ze het hardst nodig hebben…

* * *

Als ’t om eten gaat, leren we dat dat gevarieerd moet zijn: de Schijf van Vijf enzo.
En eigenlijk is het precies hetzelfde met mensen.
Niet omdat ‘diversiteit’ op zich altijd leuk, makkelijk of voordelig is.
Nee.
Maar het is wel Gods ei van Columbus.
Zeker voor de kerk!

Gewoon uitproberen dus.
Is gezond ?

Als het hele lichaam alleen maar uit ogen bestond, dan zouden we niet kunnen horen.
En als het hele lichaam alleen maar uit oren bestond, dan zouden we niet kunnen ruiken.
God heeft elk deel van het lichaam een eigen taak gegeven.
Precies zoals hij dat wilde.

Een lichaam bestaat dus uit veel delen, en al die delen zijn verschillend.
Want als ze allemaal hetzelfde waren, zouden ze nooit met elkaar één lichaam kunnen vormen.

Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig.’
En het hoofd kan niet tegen de voeten zeggen: ‘Ik heb je niet nodig.’
Nee, natuurlijk niet!
Sommige delen van het lichaam lijken minder belangrijk, maar we hebben ze toch echt nodig.
I Korintiërs 12:17-22

Boem!


… maar toen Petrus bij ons in Antiochië was, ben ik heel kwaad op hem geworden. Want wat hij deed, was helemaal fout. Eerst at hij namelijk gewoon samen met niet-Joodse christenen. Maar toen Jakobus een paar Joodse christenen naar ons toe stuurde, werd Petrus bang. Hij durfde niet meer samen met niet-Joden te eten.
De andere Joodse christenen deden met Petrus mee. Ze deden alsof ze zich steeds aan de Joodse wet gehouden hadden. Zelfs Barnabas deed met ze mee. Dat was verkeerd! Zo was het goede nieuws niet bedoeld.
Ik zag wat Petrus en de Joodse christenen deden. En waar iedereen bij was, zei ik tegen Petrus: ‘Hoe kun jij van niet-Joden eisen dat ze zich aan de Joodse wet moeten houden? Jij doet dat zelf niet eens, terwijl jij een Jood bent!’
Galaten 2:11-14

Je voelt aan alles: het heeft ff gedonderd en gebliksemd tussen Paulus en Petrus!

Dit was dan ook een situatie die niet met een snuif humor en twee zinnen te doorbreken was…

Het is ook wel apart van Petrus. Hij had persoonlijk van God die bijzondere droom gekregen – die met een menu van spare ribs, gerookte paling en een garnalencocktail. Erg lekker, maar voor een Jood onrein. God: “Eet smakelijk, Petrus!” Petrus: “Nee, dank U. Dat mag ik niet!” “Eten!!”

Afijn, de les was dus: vanaf nu zijn dieren en mensen niet meer onrein. Je mag alles eten en met iedereen omgaan.

Handelingen 10:28: “God heeft mij iets geleerd. Ik mag over niemand zeggen dat hij onrein is, of dat hij niet bij God kan horen”, zegt Petrus zelf

Meteen daarna doopt-ie een Romeinse officier (= vijandelijke bezetter!). En blijft gelijk maar gezellig een paar dagen bij ‘m logeren ?
Oké, P. ?

Ja, en toen kwamen er een paar hoge heren uit Jeruzalem op visite…
”Die Romeinen? Mwah, die ken ik nauwelijks…”

Gloeiende, gloeiende ?????, Petrus!
Schijnheil!
Hoe denk je dat die mensen zich nou voelen, dan?!
Pijnlijk…
In goed Nederlands: lullig…

Volgens mij kunnen jullie je daar wel iets bij voorstellen.

En dan snap je ook dat dit niet met een grap en een enkele zin opgelost wordt.
Als Paulus nu niet vol erop gaat, zijn die mensen -die eerst zo welkom waren- definitief weer buitenstaanders.
Eerst: “Vriend! Broeder!”
En toen: “Ik ken die mensen niet!”

Hé, P!
Had je zoiets niet eerder gezegd?
Toen met die haan enzo?
O ja…?

* * *

Het is goed afgelopen.
De mannen kunnen na de dikke boem weer prima door één deur.
En Petrus houdt zich aan wat-ie van de Heer zelf had geleerd:
“Nu begrijp ik pas goed dat God alle mensen even belangrijk vindt.
God houdt van iedereen die eerbied voor hem heeft en leeft volgens zijn wil.
Het maakt niet uit bij welk volk je hoort.”

Dat wij dat ook never vergeten!

 

Licht-therapie

Stel: je hebt iets op je geweten.
Niemand –bijna niemand- weet ervan: het is onzichtbaar in het donker…
Je weet wel dat ’t niet oké is.
Natuurlijk.

Maaaar

Ja toch?
Zo gaat dat.
Als je een domme of slechte streek uithaalt, weet je ’t meestal wel.
Toch zoek je excuses – een smoes.
En als je die maar vaak genoeg herhaalt tegen jezelf, ga je ’t ook nog serieus geloven!

* * *

Alleen van binnen knaagt er iets.
Je geweten?
Medelijden met diegene die er misschien toch wel last van had?
Schuldgevoel?

Dat kan twee kanten opgaan.
De ene: je onderdrukt al die stemmetjes van binnen.
Hard werken.
Agressie.
Alcohol, wiet – verzin maar iets.
Helpt dat allemaal?
Nou ja, in zoverre dat het soms even rustig is in je hoofd.
Of zo onrustig dat je er niks meer van maken kunt…

Als je jezelf nog niet herkend hebt, kun je in de Bijbel wel een paar voorbeelden vinden.
Kijk maar naar David en Saulus/Paulus.

Wat voor excuus David bedacht had weer ik niet.
Die man van buurvrouw B. was een buitenlander – misschien dat dat hielp…

En Saulus – die had de beste smoes van alle: een vrome.
Hij dacht en riep dat-ie ’t allemaal voor God deed.
En verwoestte het ene leven na het andere…

* * *

In beide gevallen zie je dat ’t God is die door onze zelfrechtvaardiging heen breekt.
Moet breken.
Want als we onszelf één keer hebben vastgeparkeerd in het donker, dan hebben we echt een ander nodig om het licht aan te doen.

En die ander – dat kan God zelf zijn.
Of misschien ligt ’t ook wel op jouw weg: het licht aandoen in het donker van een ander…
Een paar woorden (zie gisteren) kunnen al genoeg zijn soms!
Da’s één.

Er is ook een ‘twee’ dus.
Dat je je ogen niet dicht doet, als het licht opeens aangaat.
David had ook die irritante profeet de mond kunnen snoeren.
En bij Saulus zie je dat wel ff tijd kost: weer leren zien in het licht (Handelingen 9).

Maar toch: dankzij Gods hulp lukt ’t ze allebei.
Eerst niet echt prettig: je eigen leven in het felle licht van God – au!!
En dan merken dat in dat licht (van liefde, genade, vergeving) al die donkere plekken oplossen…
YESS!

Jawel: er blijven littekens en pijnlijke randjes en gevoelige plekken.
Bij David, bij Saulus, bij mij, bij jou.
Maar je merkt het wel: Gods liefde geneest.
En Gods Geest maakt beter.

Licht-therapie …

Er was eens…

Er was eens een Romeinse keizer.
Een ijverig type met veel talenten.
Minpuntje: hij was nogal jaloers.

Op een dag merkt hij dat een bepaalde minister (Kyros) erg populair is bij de bevolking.
Hij komt bij een racewedstrijd in het stadion – gaat het publiek niet alleen zijn naam roepen, maar ook die van Kyros!
En dat kan natuurlijk niet – vindt de keizer.
Maar om nou zonder goed excuus de man te laten executeren, da’s ook zo wat.
Al helemaal als je Christelijke keizer bent…

Z’n oplossing?
Hij benoemt Kyros tot bisschop.
Om precies te zijn, bisschop van een plek in zijn rijk, waar de bevolking de laatste vier bisschoppen heeft vermoord.
Dat deden ze omdat de keizer elke keer een bisschop aanstelde die niet van hun kerkelijke ‘bloedgroep’ was…
Kortom: een soort van David-truc: je weet wel, met die man van buurvrouw Batseba.

Probleem opgelost.
Denkt-ie!

Maar de kersverse bisschop is niet gek.
Hij komt op z’n nieuwe standplaats aan en z’n eerste kerkdienst is met Kerst.
En hij weet: als ik één woord verkeerd zeg, hangen ze me op…

En wat doet-ie?
Hij houdt vermoedelijk de kortste preek aller tijden
?
“Broeders en zusters, laten we vandaag de geboorte van onze Heer Jezus vieren met stilte. Want het begin van Jezus’ geboorte was niet spreken, maar het luisteren van Maria naar Gods Woord. Amen.”

Applaus!
” En Kyros kwam van de preekstoel naar beneden en bleef daar bisschop tot zijn dood.”

* * *

Humor.
Vind ik toch!

En volgens mij ook wel een leerzaam verhaaltje.
Helemaal als je bedenkt dat Christenen niet alleen vroeger, maar ook vandaag nog wel eens ruzie maken over meningen die ver verwijderd zijn van wat God ons in de Bijbel vertelt!

De les: een flinke dosis mensenkennis, een scheutje humor, en niet al te veel woorden…
Ja, ik weet: sommige conflicten los je juist wel op door te praten.

Maar soms zijn tegenstellingen zo onlogisch en/of vastgeroest, dat praten zinloos is.
En een goed getimede grap of knipoog kan dan wonderen doen.

Onze Heer zelf doet ook een keer zoiets, trouwens.
Misschien ken je dat bijzondere verhaal.
Een stel kerkelijke bobo’s komt met een vrouw bij Jezus.
Ze is betrapt op vreemdgaan en ze hopen dat ze door die vrouw Jezus op een ‘foute’ uitspraak kunnen betrappen.

Luister mee:

Ze zeiden tegen ​Jezus:
‘Meester, deze vrouw heeft met een andere man geslapen, en dat is ontdekt.
Volgens de wet van ​Mozes​ moet zo’n vrouw gedood worden.
Wat is uw oordeel?’

De wetsleraren en de farizeeën hoopten dat ​Jezus​ iets strafbaars zou zeggen.
Want dan konden ze hem aanklagen.
Maar ​Jezus​ boog zich voorover en schreef met zijn vinger in het zand.

De wetsleraren en de farizeeën bleven hun vraag herhalen.
Toen keek ​Jezus​ op en zei:
‘Wie van jullie heeft nooit iets verkeerds gedaan?
Die moet als eerste een ​steen​ naar de vrouw gooien.’

Daarna boog ​Jezus​ zich opnieuw voorover en schreef weer met zijn vinger in het zand.
Toen liepen de mensen één voor één weg, de leiders van het volk het eerst…
(Johannes 8:4-9)

Hetzelfde recept – van de Heer en de bisschop.
Een knipoog, een paar goedgekozen (!) woorden…
… en een pikdonkere situatie wordt opeens licht!

 

PS: voor de diehards die het oorspronkelijke verhaal willen lezen: ik heb ’t uit de zesde-eeuwse Kroniek van Johannes Malalas (14:16). Niet online te vinden, helaas. Als je wilt, heb ik wel een pdf-je ?

Gods licht geeft vrede – hoe dan?!

“Ik vind het totaal onbelangrijk hoe jullie of andere mensen mij beoordelen.
Ik beoordeel mezelf ook niet.
Ik denk zelf dat ik goed bezig ben.
Staat het dan al vast dat ik een goed mens ben?
Nee, want het is de ​Heer​ die mij zal beoordelen.”
I Korintiërs 4:3,4

Afgelopen week hadden we een gezellige morgen met de dominees uit de regio.
Gezellig?
Ja, al kun je je er misschien niet meteen veel bij voorstellen ?

Uiteraard (!) moet er ook iets serieus’ gebeuren dan.
Op de agenda stond het boekje van een collega uit New York City: Tim Keller.
De cover zie je hierboven.
Net als de belangrijkste Bijbeltekst waarover ’t gaat.

Doe me ff een lol en lees die vijf regels nog eens!

* * *

En?
Als iemand zoiets zegt – wat voor iemand zie je dan voor je?

Een heel bescheiden persoon?
Dat kan: “Ik probeer het beste voor God en m’n medemens te doen – maar gelukkig hangt m’n toekomst daar niet van af…”

Of juist een arrogante kwal?
“Houd je commentaar maar voor je!
Ik heb een schoon geweten en wat jij van me vind, boeit me niet!”

Met een beetje fantasie kunnen beide types deze Bijbeltekst gebruiken.
Alleen -ik hoop van harte dat je ‘m al door hebt!- die tweede heeft toch echt niet begrepen wat Paulus wilde zeggen.

Er is namelijk geen mens ongevoelig voor wat anderen van je vinden.
En da’s maar goed ook!
Juist doordat we als Christenen (als ’t goed is) een divers gezelschap zijn, kunnen we veel van elkaar leren.

Het punt is het woord ‘beoordelen’.
Paulus gebruikt daar een woord dat thuis hoort in een bericht over een rechtszaak.
‘Ondervragen’.
‘Een vonnis vellen’.
Dat idee.

Want dat is wat Korintiërs deden: die hoorden en zagen Paulus en z’n collega’s bezig.
En gingen vervolgens -alsof ze de jury waren bij The Voice of Holland- de apostel en de dominees een cijfer geven.
En in het geval van een onvoldoende: weg ermee!

* * *

Vet irritant, eigenlijk.
Wat zij deden.
Wat wij ook maar al te gauw doen…

Paulus’ reactie?
“Mensen, ik doe m’n best.
En als jullie er wat van vinden, zeg ‘t gerust – deze brief is immers een reactie daarop!
Maar: jullie zijn niet geroepen om mij een cijfer ofzo te geven.
Dat doe ik niet eens bij mezelf!
Dat laat ik liever aan God over.
Want: dan weet ik zeker dat ’t goed komt!”

Zie je?
Dat is -op een goeie manier- bescheiden.
En … het is de manier om vrede te vinden.
Vrede met God, dan met jezelf en zo ook met mensen.

Probeer maar.

PS: voor de beelddenkers onder jullie: ik vond die boek-cover wel leuk bedacht eigenlijk. Zie je de symboliek?

Ik ben een betere vriend van Jezus dan jij!

Oké – er zijn dagen dat de zin van de titel niet uit je mond komt ?

Maar wacht ff – misschien snap je ‘m zometeen…

Om te beginnen: ken je het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’?
Da’s zo’n beetje hetzelfde als ‘wat de boer niet kent, dat vreet-ie niet’.

Beide spreekwoorden zijn niet echt positief.
De bedoeling is nou net: doe eens je best iets onbekends te proberen!
Of: probeer eens iemand te leren kennen die niet jouw ‘bloedgroep’ is…

Ja.
Maar daar houwen we niet zo van…

Stel je eens voor dat Jezus zo’n instelling had gehad.
Hij was Zoon van God.
God uit God, Licht uit Licht…
Mens, maar zonder zonde!

Eigenlijk geen mens die bij Hem past – van zijn niveau, zeg maar.
Maar wat doet die vreemde Heer van ons?
Hij raakt (superbesmettelijke) zieken aan.
Hij praat & eet met foute types: hoeren en vriendjes van de vijand.
Hij zoekt vrienden onder ‘gewone’ mensen: plattelanders uut ’t Noordn…
En om Hem heen zwermen ook nog steeds van die vage vrouwen!

Nou dat soort mensen -een zootje ongeregeld- vormt de eerste kring rond Jezus.
Zijn ‘kerk’.
Zo is ’t begonnen.
Al zou je dat niet meteen zeggen, als je in 2017 ’s zondags bij ons in de kerk kwam…

* * *

Ik had zomaar een rare gedachte: ik zag de Heer Jezus even voor me als dominee bij ons in de kerk.
Niet onzichtbaar ofzo, maar zo dat we allemaal weten dat Hij ’t is!
Denk je dat we dan zouden gaan bekvechten over wie de beste vriend van Jezus is?
Mensen aan de kant schuiven, omdat ze op een andere manier geloven dan wij?

Nee.

Jaja, ik weet: die 12 van Jezus probeerden dat wel een keer.
Maar als Jezus dan ook maar even naar ze kijkt, hebben ze een rooie kop van heb ik jou daar ?

Beter ff onthouden voor ’t moment dat je zelf ook eens die neiging hebt…

De les?
Deze: in het licht van Jezus verbleekt elk menselijk onderscheid dat wij belangrijk vinden.
Paulus heeft dat bijvoorbeeld -door schade en schande- geleerd: Omdat jullie in ​Jezus​ ​Christus​ geloven, vormen jullie een eenheid: ​Joden​ en niet-Joden, ​slaven​ en vrije mensen, mannen en vrouwen. Verschillen zijn niet belangrijk meer. (Galaten 3:28)

En de 12 – die zijn de les ook nooit vergeten!

Luister maar:

Op dat moment kwamen ook de andere ​leerlingen​ bij ​Jezus.
Ze vroegen: ‘Wie is eigenlijk de belangrijkste in ​Gods nieuwe wereld?’
Jezus​ riep een ​kind​ bij zich en zette het midden in de groep.
Hij zei:
‘Luister goed naar mijn woorden:
Jullie moeten veranderen en net zo worden als ​kinderen.
Anders kun je de nieuwe wereld niet binnengaan.
Je moet jezelf net zo onbelangrijk maken als dit ​kind.
Dan zul je de belangrijkste zijn in ​Gods nieuwe wereld.’
Matteüs 18:1-4