Jezus zei: ‘Koningen heersen over hun volk.
En machthebbers willen dat iedereen hen dankt voor hun goedheid.
Maar zo mag het bij jullie niet gaan.
Want de belangrijkste moet zich gedragen alsof hij de minst belangrijke is.
Als iemand een leider wil zijn, moet hij alle anderen dienen.
Want wie is belangrijker: de man die aan tafel zit of de man die hem eten brengt?
De man die aan tafel zit natuurlijk.
Maar ik ben juist bij jullie gekomen als een dienaar.’
Lukas 22:25-27
Als je bekend met een of andere teamsport, ken je die term wel: ‘een dienende speler’.
Dat is -per definitie- niet een spits.
Ook niet de keeper.
Die zijn bijna doorlopend in beeld.
Krijgen het meeste commentaar ook: ‘wow’ of ‘shit’.
Je kunt ook 90 minuten naar een wedstrijd kijken en aan het einde je afvragen: “Hé, deed die ook mee?”
Als dat over de scheidsrechter gaat, betekent dat meestal dat-ie een perfecte wedstrijd heeft gefloten.
Hij valt doorgaans pas op, als er dingen fout gaan…
Maar zulke spelers heb je ook.
Ze scoren niet, halen geen bal van doellijn en vallen nauwelijks op, als je maar met een half oog kijkt.
En toch – als je die ene eruit zou halen, loopt ’t opeens voor geen meter meer.
Ik ga hier ff geen namen noemen, want dan wordt ’t toch welles of nietes ?
Maar je begrijpt, denk ik, zo wel wat voor soort speler ik bedoel: één die andere spelers goed laat voetballen.
Eén die zo loopt dat de verdedigers steeds aan afspeelpunt hebben.
Eén die de middenvelders zonder veel lawaai op hun plek zet en houdt.
Eén die gaten opvult die anderen laten vallen.
Eén die met een ‘simpel’ balletje de aanvallers in beweging brengt.
Dat noemen we ‘dienend’ spelen.
Goud waard, zulke – al verkoop je er misschien veel minder shirts van…
* * *
Onze ‘(ver)bondscoach’ vindt dat ook.
Door heel het Nieuwe Testament heen vind je dat begrip als een rode draad terug: ‘dienen’.
Is: andere mensen tot hun recht laten komen.
Is: ruimte creëren voor de zwakkeren en de kleintjes, die door zoveel mensen worden overlopen.
Is: je niet gedragen alsof de wereld (of wat dan ook) zo’n beetje om jou draait.
Is: beseffen dat jij ook alleen maar kunt functioneren en leven dankzij anderen.
Oké, het kan best zijn dat jij een geweldig talent hebt om te scoren of een bal uit de bovenhoek te tikken.
Super, niks mis mee.
Maar: net als Petrus en de zijnen ben je maximaal nog steeds: één van de elf.
In je eentje ga je het echt niet redden tegen het team van de tegenstander…
En daarbij: een spits die te lui is om mee te verdedigen, die vergeet de aangever van de goal te bedanken – die kan rekenen op boe-geroep!
En een verdediger die de moeite neemt mee op te komen om de aanval te ondersteunen – wordt dubbel gewaardeerd door z’n team ?
Dienen – ’t is niet meteen een populair begrip.
Maar waarom zouden we niet?
Je maakt er zomaar vrienden mee – voor jezelf en voor team-JC.
En scoor je niet – ach, onze JC heeft de perfecte match al voor ons gespeeld.
Wij hoeven alleen maar de wedstrijd uit te spelen…
In zijn stijl – dat wel!